
Touchdown voor threshold, Airbus A330-300, Amsterdam Airport Schiphol
Op 12 januari 2023 landde de Airbus A330-300 van Delta Air Lines op Amsterdam Airport Schiphol 11 meter voor de baan. Door de te vroege landing op baan 22 kwam het hoofdlandingsgestel in aanraking met de grond op 11 meter voor de baandrempel. Het toestel raakte hierbij enkele lampen van de baanverlichting. Het vliegtuig raakte licht beschadigd en niemand raakte gewond.
Combinatie van factoren zorgde voor te vroege landing
Verschillende factoren hebben eraan bijgedragen dat de Airbus A330-300 te vroeg landde. Hoewel baan 22 lang genoeg is voor een veilige landing, kan de perceptie van een kortere baan ertoe leiden dat het risico van een overshoot hoger wordt ingeschat dan het risico van een undershoot. Daarnaast zorgden windstoten en een valwind vlak voor de landing ervoor dat het toestel hoogte verloor. Tot slot zorgde het glijpad van het PAPI-systeem voor een verminderde veiligheidsmarge over de baandrempel.
Integrale veiligheidsaanpak noodzakelijk
Dit voorval onderstreept hoe belangrijk het is om bewustwording en betere besluitvorming te creëren rondom start- en landingsbanen voor widebody vliegtuigen. Een integrale aanpak van de veiligheid met uitgebreide risicoanalyses, pilotentrainingen en een systemische evaluatie kunnen hieraan bijdragen.
Rapport
- Download bestand:Touchdown before threshold - Risks associated with a large aircraft landing on a short runway
- Download bestand:Samenvatting 'Landing voor de baandrempel, Airbus A330-300 - Risico’s behorend bij de landing van een groot vliegtuig op een korte baan'
- Download bestand:Responses recieved on draft report 'Touchdown before threshold'
Aanbevelingen
Hoewel Baan 22 op Amsterdam Airport Schiphol sterk en lang genoeg is om de landing van een Airbus A330 te accommoderen, zorgen de Precision Approach Path Indicator (PAPI) en het Instrument Landing System (ILS) ervoor dat grote en lange vliegtuigen op een te lage hoogte over de baandrempel vliegen. De ILS en de PAPI voldoen niet aan de ICAO- en EASA-standaarden voor het overvliegen van de baandrempel met Eye-to- Wheel Height categorie 4 vliegtuigen. Luchtvaartmaatschappijen zouden in staat moeten zijn om te bepalen of een baan geschikt is om hun vliegtuig te laten landen, aan de hand van de minimale ooghoogte over de drempel (MEHT), die gepubliceerd wordt in de aeronautical information publication (AIP). Echter, de prakrijk laat een aanhoudend gebruik van Baan 22 door Eye-to-Wheel Height categorie 4 vliegtuigen zien. Daaruit blijkt dat het risico van het overvliegen van de baandrempel op te lage hoogte niet genoeg wordt gemitigeerd.
De Onderzoeksraad voor Veiligheid doet de volgende aanbeveling:
Aan Amsterdam Airport Schiphol:
Stop met het gebruik van Baan 22 voor landingen door Eye-to-Wheel Height Categorie 4 vliegtuigen, totdat aanpassingen zijn gedaan om ervoor te zorgen dat de minimale hoogte voor het overvliegen van de baandrempel voor dergelijke vliegtuigen is gewaarborgd.