Ondanks aanbeveling geen post mortem onderzoek na verkeersongeval

Omdat post mortem onderzoek inzicht kan geven in middelengebruik ten tijde van het ongeval, beveelt de Onderzoeksraad voor Veiligheid aan om het wettelijk kader aan te passen. De politie zou dan, net als in andere landen, alle relevante informatie over een ongeval mogen verzamelen. De minister van Justitie en Veiligheid heeft in zijn reactie op de aanbeveling echter aangegeven niet voornemens te zijn het kader aan te passen. Hij gaat daarmee voorbij aan het maatschappelijk belang van dergelijk onderzoek voor de verkeersveiligheid.

Om breder te kunnen leren van ongevalsonderzoek, is post mortem bloedonderzoek nodig. Alleen op die manier kan inzicht worden verkregen in het gebruik van drugs, medicijnen en alcohol bij verkeersongevallen. De juridische beperking leidt nu tot onderrapportage van het aandeel dodelijke verkeersongevallen dat te relateren is aan middelengebruik.

De overige aanbevelingen van het rapport zijn grotendeels opgevolgd. Waarbij de Raad nog wil meegeven dat in het kader van voorkomen van spookrij-ongevallen de focus tegelijkertijd op preventie en respons moet liggen. Dat de opvolging van de aanbevelingen voortvarend wordt opgepakt blijkt ook uit het regelmatig verschijnen van nieuwe (openbare) informatie over de opvolging.

De Onderzoeksraad publiceerde op 30 september 2020 het rapport ‘Spookrijongeval A73. Leren van ongevallen.’ De minister van Infrastructuur en Waterstaat had de Raad verzocht om dit spookrijongeval te onderzoeken, om onduidelijkheden uit eerder onderzoek door Rijkswaterstaat weg te nemen. De Raad heeft hier gehoor aan gegeven en vanuit zijn onafhankelijke positie een eigen invulling aan het onderzoek gegeven. Het rapport, inclusief de aanbevelingen, is te vinden op de onderzoekspagina ‘Spookrijongeval A73 – Leren van ongevallen’. Op deze pagina zijn ook de volledige reacties op de aanbevelingen te vinden.