Direct naar de inhoud
  • Home
  • Nieuws
  • Meer aandacht voor veiligheid op visserijschepen

Het is voor het eerst dat de Onderzoeksraad voor Veiligheid zijn wettelijke bevoegdheid gebruikt om onderzoek te doen naar de opvolging van eerder gedane aanbevelingen. De Raad had twijfels over de opvolging van de gedane aanbevelingen en wilde tevens onderzoeken in hoeverre de aanbevelingen hebben bijgedragen aan het daadwerkelijk verbeteren van de veiligheid op schelpenzuigers.

Frisia

In de nacht van 14 december 2010 voer het met schelpen beladen schip Frisia over de Waddenzee richting Lauwersoog. Het was slecht weer: koud, een vrij krachtige tot krachtige wind (5-6 Bft) en hoge golven. Het schip maakte water en kwam met het voorschip steeds dieper te liggen, waardoor er steeds meer water het schip binnenstroomde. Doordat veel veiligheidsmaatregelen niet in acht waren genomen en de pomp te weinig capaciteit had om het binnengelopen water weg te pompen, escaleerde de situatie snel en kapseisde het schip voordat de bemanningsleden zichzelf in veiligheid konden brengen. Alle drie de bemanningsleden kwamen om het leven. Uit onderzoek van de Onderzoeksraad bleek tevens dat de aanwezige reddingsmaterialen niet in orde waren: zo waren er geen goede reddingpakken aan boord. Daarnaast bleek dat het schip onterecht gecertificeerd was door de Inspectie Leefomgeving en Transport  en dat deze onvoldoende toezicht hield op schip en reder.

Aanbevelingen reder

De Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft in zijn onderzoeksrapport uit 2012 acht aanbevelingen gedaan aan zowel de reder als aan de minister van Infrastructuur en Milieu. De aanbevelingen hadden voor de reder met name betrekking op het op orde krijgen van de veiligheid van de vloot en het invoeren van een veiligheidsbeleid. De reder heeft de aanbeveling – onder druk van de inspectie – deels uitgevoerd, maar de Onderzoeksraad houdt  twijfels over de daadwerkelijke toepassing van dit beleid in de dagelijkse werkzaamheden. Inmiddels is een groot deel van de Nederlandse vissersvloot van de reder verkocht; waarmee de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de schepen op de nieuwe eigenaren is overgedragen, doorgaans kleine zelfstandigen. Op het Duitse deel van de vloot is het veiligheidsmanagementsysteem niet ingevoerd. De reder stelt dat de Duitse wetgeving voldoende is. Hierdoor blijft het algemene beeld bestaan van een reder met een reactieve houding als het gaat om veiligheid, dat enkel maatregelen treft als de toezichthouder daarop aandringt.

Aanbevelingen Infrastructuur en Milieu

Aan de minister van Infrastructuur en Milieu is de aanbeveling gedaan om het proces van certificering van zeeschepen op orde te brengen en de criteria helder te stellen. Dit is gebeurd en bij de Inspectie Leefomgeving en Transport zijn extra inspecteurs ingezet om toe te zien op een juiste certificering en een betere vastlegging van geconstateerde tekortkomingen tijdens inspecties. Daarnaast heeft de Inspectie alle schepen die ingezet worden voor schelpenwinning gecontroleerd waarbij de nodige aanpassingen zijn doorgevoerd. Hiermee is feitelijk voldaan aan de aanbeveling voor het controleren van de stabiliteit van de schepen en het verplicht stellen van voldoende middelen om overtollig water weg te kunnen pompen. Ook door partijen nadrukkelijk te blijven wijzen op de eigen verantwoordelijkheid, heeft het ministerie voldaan aan de betreffende aanbevelingen. Daarnaast zal een  verplichting voor een basis-veiligheidstraining voor opvarenden worden ingevoerd.
 
De aanbeveling waar de minister niet aan heeft voldaan betreft het opnemen van veiligheid als voorwaarde bij het verlenen van de vergunning voor de schelpenwinning. De minister wijst erop dat de veiligheid van het schip geen belang is zoals genoemd in de Ontgrondingenwet. De Raad stelt vast dat deze aanbeveling bij nader inzien niet goed geformuleerd is.