
Harde landing, Scheibe SF-25 C Falke, 14 augustus 2016
De gezagvoerder had de intentie enkele starts en landingen met de SF25C Falke uit te voeren om weer bekend te raken met het vliegtuig omdat de gezagvoerder enkele maanden alleen op een verkeersvliegtuig had gevlogen. Na de eerste start werd ingevoegd in een rechterhandcircuit, dat op een standaardhoogte werd gevlogen. Op het basisbeen ondervond de Touring Motor Glider enige thermiek waardoor het enkele meters klom. Toen het vliegtuig voor final indraaide bewoog de gezagvoerder de remkleppenhendel naar de positie voor volledig uitgeslagen remkleppen. Hij koos een richtpunt voor de landing iets achter het doellandingsveld om voor de te grote hoogte te compenseren. De nadering verliep stabiel en met een constante naderingssnelheid. De gehanteerde naderingssnelheid was hoger dan de aanbevolen naderingssnelheid uit het vliegtuighandboek. Dit was aanbevolen door de eigenaar van het vliegtuig om betere controle over het vliegtuig te behouden tijdens de nadering. De afvangmanoeuvre werd echter te vroeg en te abrupt ingezet. De neusstand van het vliegtuig werd daardoor plots groter. De hoge neusstand werd door de gezagvoerder gecorrigeerd waarna deze besloot een doorstart uit te voeren. Om een hand vrij te maken, zodat de gashendel naar voren kon worden geschoven, nam de gezagvoerder de
stuurknuppel over met de linkerhand, waar hij voorheen de kleppenhendel mee vasthield. Hij selecteerde met zijn rechterhand het motorvermogen. Wanneer de remkleppenhendel op dit type vliegtuig wordt losgelaten, klappen de remkleppen door aerodynamische druk en een veerinstallatie in. Toen de doorstart werd ingezet was de vliegsnelheid echter al dusver verminderd, dat op het moment dat vermogen werd geselecteerd de gezagvoerder het vliegtuig voelde wegvallen en het hierna hard tegen de grond kwam. Daarbij ontstond schade aan de propeller en aan het hoofdwiel. De gezagvoerder bleef
ongedeerd.
De rapportage treft u aan in de kwartaalrapportage luchtvaart over het derde kwartaal van 2016.