
Airprox, Cessna 560XL Citation XLS, D-CRON, EC135 T2, PH-ELP, Rotterdam CTR
De EC135 T2 helikopter vertrok van Rotterdam The Hague Airport (EHRD) naar Muiden onder speciale zichtvliegvoorschriften (SVFR). De helikopter werd door ANWB Medical Air Assistance (MAA) gebruikt voor medische noodvluchten. Deze vluchten worden uitgevoerd door één piloot, onder zichtvliegvoorschriften,
waarbij een HEMS-bemanningslid tijdens de vlucht ondersteunende taken uitvoert. De torenverkeersleider had naast de vertrekkende HEMS-vlucht alleen een Cessna 560XL Citation op zijn frequentie, welke landingsbaan 24 op het instrumentlandingssysteem (ILS) naderde. De Cessna vloog onder instrumentvliegvoorschriften (IFR) en in instrumentweersomstandigheden; het toestel werd begeleid door de torenverkeersleider van EHRD. De verkeersleider van Rotterdam Approach (RAP), gestationeerd op Schiphol, is echter verantwoordelijk voor IFR-verkeer op het ILS. Beide stations maken deel uit van Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL).
De torenverkeersleider informeerde de helikopter dat een privéjet op 6 mijl afstand baan 24 naderde. De helikopterpiloot gaf aan dit begrepen te hebben en aan “deze zijde” van de baan te blijven. Vervolgens kreeg de Cessna de landingsklaring. Kort daarna besloot de piloot van de helikopter vanwege de verslechterende weersomstandigheden terug te keren naar EHRD en informeerde de toren. De torenverkeersleider gaf de helikopter opdracht een rechterbocht te maken, wat werd teruggelezen. Vervolgens volgde de opdracht naar punt PAPA te vliegen en vrij te blijven van de ILS. Dit werd door de helikopterpiloot bevestigd.
Op het moment dat de piloot van de helikopter aangaf dat hij wilde terugkeren naar de luchthaven, kreeg hij toestemming dat te doen door een bocht naar rechts te maken. De piloot bevestigde: “right turn out”. Nadat de helikopter te ver was doorgedraaid, werd dit opgemerkt en besproken door beide luchtverkeersleiders. Ze zagen en bespraken dat de helikopter te dicht bij het vliegpad van de Cessna kwam, maar ze ondernamen geen actie. Volgens het LVNL-rapport, gepubliceerd naar aanleiding van het voorval, was de richting waarin de helikopter vloog onduidelijk. Reden voor die onduidelijkheid waren verschuivende radarplots, waardoor de torenverkeersleider noch de RAP-verkeersleider de situatie nauwkeurig kon inschatten.
De volledige analyse van dit voorval is te vinden in de Kwartaalrapportage Luchtvaart over het 1e kwartaal van 2021.